Nieuwsbrief 4

Forum voor de nieuwsbrief met bijzondere waarnemingen
Plaats reactie
Gebruikersavatar
Bart
Site Admin
Berichten: 16243
Lid geworden op: 20 mar 2021, 16:24
Contacteer:

Nieuwsbrief 4

Bericht door Bart »

Afbeelding

Pareltjes uit de maand april 2023

Wilde planten:

Buishyacint

Bloeitijd: februari - maart. Puschkinia scilloides kent slechts één soort en is in 1805 gevonden door en vernoemd naar de Russische graaf Apollo Apollosovish Mussin-Pushkin. De Nederlandse naam voor Puschkinia is wat makkelijker uit te spreken, namelijk Buishyacint. De Puschkinia is een rijk bloeiend bolgewasje dat op de Scilla mischtschenkoana lijkt (zie vorige nieuwsbrief: Streephyancint). Voor wie nieuwsgierig is naar de verschillen tussen deze soorten, zie de tabel uitgelegd op Waarneming.nl

Bron: Stinzentuin-mildenburg.nl, waarin een overzicht aan planten in een stinzentuin.

Nachtvlinders:

Populierenvoorjaarsuil

Staat op de Rode Lijst als kwestbaar en komt verspreid in het land voor (soms vrij algemeen). Het is een nachtvlinder die nachtactief is. Kenmerkend zijn de bruine of zwartachtige, min of meer pijlvormige vlekjes aan de binnenzijde van de lichte golflijn, die in het midden het duidelijkst zijn. Door deze kenmerken onderscheiden ze zich van sterk gelijkende soorten. Ook is er verschil tussen man en vrouw: het mannetje heeft geveerde antennen, als een mooie rij wimpers, en het vrouwtje heeft sprieten.
Bron: Verspreidingsatlas.

Vogels:

Kortsnavelboomkruiper

Lijkt erg op de boomkruiper, die welbekend is, maar ze onderscheiden zich op uiterlijke kenmerken en zang. Er zijn twee ondersoorten mogelijk in Nederland: de nominaat certhia familiaris, Taigaboomkruiper, die als trekvogel in oktober tot in de winter te zien is, en de Midden-Europese broedvogel macrodactyla (kortsnavelboomkruiper) die in Limburg en Oost-Nederland broedt. Ten opzichte van de boomkruiper is het patroon op de vleugel zeer belangrijk: de geel-oranje baan over de handpennen vormt vanaf de rand van de vleugel eerst een 'bakje' en daarna een veel steilere vorm dan bij boomkruiper. De nominaat is daarnaast veel witter, met een spierwitte wenkbrauw die uitloopt op de rug, en spierwitte onderdelen, tot achter de poten. Als de kortsnavelboomkruiper goed te zien/ fotograferen is, is de korte snavel een bruikbaar kenmerk. Roep is dunner en ijler "sriee" dan de boomkruiper. Zang is duidelijk anders. Deze begint hoog, en daalt daarna 2x (bij de boomkruiper stijgt hij).
Bron: Vogelbescherming.nl

Korstmossen:

Duindaalder

De duindaalder (Diploschistes muscorum) is een korstmos die behoort tot de familie Graphidaceae. Hij groeit op droge en zonnige plaatsen op mossen, plantenresten, op zand- en kalkrijke bodems. Jonge exemplaren kunnen ook als parasiet leven op Cladonia (rendiermossen, bekermossen en heidestaartjes). Hij leeft in symbiose met de alg Trebouxia (een groene eencellige alg). De duindaalder heeft een kosmopolitische verspreidingsgebied. Behalve op Antarctica komt hij op alle continenten voor, maar ook op veel eilanden. In het noorden bereikt het verspreidingsgebied de noordkust van Groenland, IJsland en de noordkust van het Scandinavische schiereiland, in het zuiden tot de zuidpunt van Argentinië. In Nederland komt hij zeldzaam voor. Het meest nog in de kustduinen. Hij is niet bedreigd en staat niet op de rode lijst.
Bron: Wikipedia.

Namen van korstmossen:

Korstmossen zijn net zo fascinerend en mooi als paddenstoelen, maar met korstmossen is iets bijzonders aan de hand en dat is de humoristische naamgeving. Eerst een korte uitleg over wat ze zijn. Een korstmos is een samenlevingsvorm tussen een schimmel, een gist en een groenalg of blauwalg. Deze organismen zijn microben, maar in deze samenlevingsvorm zijn ze gemakkelijk zichtbaar met het blote oog. In Nederland komen ongeveer 650 verschillende soorten korstmossen voor, waarvan de helft bedreigd is. Je kunt korstmossen buiten tegenkomen op bomen, stenen, in het zand en op muren en daken. Er bestaan korstvormige, bladvormige, struikvormige, baardvormige, haarvormige en geleivormige korstmossen in praktisch alle kleuren van de regenboog. Al die bijzondere kleuren en vormen hebben mensen geïnspireerd om de vreemdste namen te bedenken voor de soorten. Zoals het girafje (Cladonia gracilis), het frietzakbekermos (Cladonia humilis), het knobbelig heidestaartje (Cladonia cariosa) of het saucijs-baardmos (Usnea articulata), het Hamsteroortje (Normandina pulchella) en Geel boerenkoolmos (Vulpicida pinastri). En zoals ook vaak het geval is bij paddenstoelen, zegt de naam iets over het uiterlijk van de soort.
> Frietzakbekermos

Lees verder op Micropia.nl

En voor een blik op de vele leuke namen en bijbehorende soorten, zie Flora & Fauna

Met dank aan Brigitte, voor het initiatief en de samenstelling van de nieuwsbrief
Dimitrey
Berichten: 10
Lid geworden op: 10 jul 2021, 11:36

Re: Nieuwsbrief 4

Bericht door Dimitrey »

Leuk gedaan, informatief! Bedankt Brigitte. :)
@willy51
Berichten: 59
Lid geworden op: 16 aug 2022, 11:36

Re: Nieuwsbrief 4

Bericht door @willy51 »

Mooie en informatieve nieuwsbrief. Bedankt
Brigitte
Berichten: 130
Lid geworden op: 29 dec 2022, 11:36

Re: Nieuwsbrief 4

Bericht door Brigitte »

@willy51 schreef: 26 apr 2023, 19:14 Mooie en informatieve nieuwsbrief. Bedankt
:D graag gedaan
Brigitte
Berichten: 130
Lid geworden op: 29 dec 2022, 11:36

Re: Nieuwsbrief 4

Bericht door Brigitte »

Dimitrey schreef: 26 apr 2023, 18:33 Leuk gedaan, informatief! Bedankt Brigitte. :)
:D graag gedaan
Plaats reactie

Terug naar “Nieuwsbrief”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 3 gasten